Interview met Raphael Hunsucker, oprichter van de Italië Centrale: ‘de liefde voor Italië is nooit meer weggegaan’


-Wat ben je na het gymnasium gaan doen?

Ik heb Klassieke Talen gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam: een pittige, maar ook een heel diverse studie, met literatuur, taalkunde, geschiedenis, archeologie en filosofie in één pakket. Bijkomend voordeel: je moet zo vaak mogelijk naar de antieke wereld. Via een Erasmus-uitwisseling zat ik een tijdje in de Italiaanse studentenstad Bologna, waar ik de tijd van mijn leven heb gehad en goed Italiaans heb geleerd. De liefde voor Italië is daarna nooit meer weggegaan. Ik ging meerdere keren naar het Koninklijk Nederlands Instituut in Rome, een walhalla voor studenten en onderzoekers. Tijdens mijn studie heb ik nog een tijdje als docent klassieke talen gewerkt, onder andere op het GGH, maar wou toch verder met onderzoek. Ik deed een master in Nijmegen over de oude en middeleeuwse geschiedenis van Rome, gevolgd door een promotieonderzoek naar de Romeinse omgang met het verhaal van de stichting van de stad. Daarna heb ik nog een tijdje op de universiteit onderwijs gegeven, maar toen mijn contract afliep zette ik de ultieme stap en ben ik zelf in Rome gaan wonen. Heerlijk om daar verder te werken aan mijn onderzoek, afgewisseld met het geven van rondleidingen.



-Wat doe je nu?

Doordat ik als gids in Rome werkte kwam ik in aanraking met de voor mij onbekende wereld van het ondernemerschap. Tegelijk reisde ik veel op en neer tussen Rome en Nederland, en ik deed dat eigenlijk altijd met de trein: een fantastische ervaring. Steeds vaker kreeg ik van vrienden en bekenden de vraag hoe dat werkt, en hoe ik het voor elkaar kreeg om voor minder dan €100 met de trein naar Rome te gaan. Begin 2020 heb ik een bedrijf opgericht om duurzaam reizen naar Italië makkelijker en toegankelijker te maken: de Italië Centrale. Veel mensen denken ten onrechte dat treinreizen enorm duur, omslachtig en tijdrovend zijn, en nemen ondanks de beste bedoelingen toch vaak het vliegtuig. Voor Italië is dat echt niet nodig, maar omdat (nationaal opererende) treinbedrijven veel minder goed georganiseerd zijn dan luchtvaartmaatschappijen moet je wel weten hoe het werkt, en wat de goedkoopste opties zijn. Dat regelen wij dus allemaal, zodat mensen duurzaam en zorgeloos op reis kunnen voor een schappelijk bedrag. Dat daar behoefte aan was blijkt wel uit het feit dat we zelfs in 2020 onverwacht goed hebben gedraaid. Eén van onze doelen is ook om scholen over te halen hun Romereis per trein te maken: nu kan dat al met één overstap vanuit Nederland, straks hopelijk direct.


-Wat heeft het Gemeentelijk Gymnasium jou gebracht?

Dat is een leuke vraag, want ik heb vooral na mijn schooltijd veel aan het Gymnasium te danken. Ik ben een keer of zes als co-begeleider meegegaan op Romereis. Zo heb ik niet alleen Rome echt leren kennen, maar ook mede-alumni en docenten die goede vrienden zijn geworden. Met John Alexander Janssen heb ik een tijd een huis gedeeld en recentelijk hebben we elkaar gevonden in een nieuw avontuur: samen gaan we de Italië Centrale uitbreiden en treinreizen aanbieden in heel Europa. Geweldig, hoe de tijd op het Gymnasium tot op de dag van vandaag zoveel moois oplevert!


-Welke herinneringen aan het GGH zou je willen delen?

Toen ik zelf op school zat was ik nogal kritisch over veel dingen, en in de 2e klas was ik echt een irritant ventje. Dat er ook ruimte was om tegendraads te zijn en de docenten er vertrouwen in hadden dat het goed zou komen herinner ik me in grote dankbaarheid. Verder kan ik wel zeggen dat de uitwisseling in Athene rondom de “Kleine avond" en de Romereis mijn leven hebben veranderd:

zonder die culturele ervaringen was ik waarschijnlijk informatica gaan studeren, want ik deed Natuur & Techniek en was daarvoor vooral bezig met gamen. In Rome sloeg de vonk echt over.